Monumenten

Naast de vermelding op de op de tableaus bij de fusillade plaats in Vught worden vele van deze verzetshelden geëerd met een straatnaam of ander monument.

De 18 van 9 augustus 1944

Naast de vermelding op de op de tableaus bij de fusillade plaats in Vught worden vele van deze verzetshelden geëerd met een straatnaam of monument.

Louis C. Dijkman 2) 5-8-1919 Amsterdam
Lodewijk van Duuren 2) 5-8-1917 Tilburg
Pieter Fleurke 2) 1-12-1920 Apeldoorn
Henricus J.M. van Gestel 1) 5) 7) 8)
10-6-1918 Geldrop
Aart A van Heijst 1) 6)
20-4-1908 Someren
Johannes J.H. Heurkens 1) 5) 8) 16-7-1907 Overasselt
Hendrik van Hoeven 1) 7) 17-10-1907 Heeze
Reinder L Keizer 1) 4) 7)
26-6-1905 Den Helder
Hendrikus Klein 1) 28-8-191-1 Amersfoort
Arie de Koning 1) 3) 6)
15-12-1919 Batenburg
Huibrecht de Koning 1) 3) 6)
3-5-1917 Batenburg
Abraham J. van Kuil 1) 4-9-1922 Utrecht
Johannes R. de Mildt 2) 26-2-1924 Zeist
Willem Santema 2) 2-3-1902 Scharnegoutum
Theodorus van Schijndel 1) 10-1-1920 Heeswijk
Franciscus J. Schoenmakers 1) 4)
5-11-1912 Stratum
Jacob Stigter 1) 23-7-1924 Naaldwijk
Douwe Werkman 2) 12-7-1914 Groningen

 

1) Betrokken bij LO / KP activiteiten in Geldrop, Mierlo, Heeze, Leende en Eindhoven.
2) Betrokken bij de verzetskrant Trouw.
3) Straat vernoemd naar Gebroeders de Koning in Heeze.
4) Geeerd met een straat in de verzetshelden wijk in Eindhoven. zie ook www.4en5mei.nl oorlogsmonumenten
5) Geeerd met een straat in Geldrop.
6) Genoemd op een gedenksteen bij het Huisven in Heeze.
7) Genoemd op een gedenksteen op het voormalig Philips terrein in Eindhoven-Strijp. zie ook www.4en5mei.nl oorlogsmonumenten

8) Genoemd op een grote klok van de brigida-kerk in Geldrop
De tableaus op de fusilladeplaats in Vught

Het monument is onthuld op 20 december 1947 door Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana. Zij werd geassisteerd door twee zonen van de familie De Koning uit Heeze en twee dochters van de familie Van Es uit Kaatsheuvel. Het houten kruis dat achter het gedenkteken staat, is er al eerder neergezet door mensen die in de buurt wonen.

Er zijn wat verschillen in de tellingen van het aantal vernoemden op de tableaus en het aantal dat op 9 aug 1944 zou zijn gefusilleerd:

  • Op het monument (de namenwand) waren vóór de eerste bekladding met teer 318 namen geplaatst, later (ca. 1995) bij de restauratie zijn er nog een aantal aan toegevoegd, zodat er nu 329 op vermeld zouden zijn.
  • Het toeval wil dat in de nacht van 9 op 10 augustus 1944 de administratie niet werd afgewerkt. Door een zuippartij werd het werk verschoven naar de volgende nacht, zodat een aantal slachtoffers van 10 aug bij de groep van de negende geboekt werd. Later werd die vergissing ontdekt en gecorrigeerd. Zodoende stonden op de platen van het besmeurde monument 33 namen,waarvan er een aantal (maar niet alle) een andere datum gekregen hebben. Er zouden er 18 verzetshelden moeten zijn met als datum 9 aug 1944.

De Straten

De Gedenkstenen

 

 

De grote klok (C-klok) in de Brigida-kerk Geldrop

Ontwikkeling van het verzet in zuidoost Brabant

In de eerste wereldoorlog was Nederland neutraal gebleven, maar voor de zuidelijke provincies waren oorlog en front toen zeer nabij. De grote stroom Belgische vluchtelingen, de smokkelaars, verdwaalde vliegtuigen en beschietingen in de grensstreek demonstreerden die betrokkenheid.

Ruim twintig jaar later verliep de vluchtelingenstroom van noord naar zuid.

Noord Brabant en Limburg hadden voor bepaald illegale werk een strategische ligging. Nederland was afgesloten van de buitenwereld door de Noordzee in het westen en noorden en door Nazi-Duitsland in het oosten. Voor de illegale verbindingen over land met ver weg gelegen neutrale landen als Zwitserland, Spanje en Portugal, en van daaruit met Engeland moest men Brabant of Limburg passeren. Zij vormden als het ware de sluis voor het contact met de vrije wereld.

Het waren ook geen normale vluchtelingen, maar een groeiende stroom uit Duitse krijgsgevangenschap ontsnapte, met name Franse soldaten, die in de eerste oorlogsjaren via Limburg en Brabant probeerden Frankrijk te bereiken. Vanaf 1942 kwamen daar de in Nederland gestrande geallieerde vliegtuigbemanningen bij en de eerste Nederlandse onderduikers, onder wie vele joden.

Om de duizenden ontvluchte krijgsgevangenen en 'piloten' op veilige wijze het land uit te smokkelen, ontstonden er al betrekkelijk vroeg zogenaamde 'escapelines' of etappediensten: d.w.z. vaste contacten die het onderbrengen en het vervoer van de betrokkenen op een beplaalde gedeelte van de af te leggen vluchtweg verzorgden.

Het aantal onderduikers in de regio Oost Brabant waarvoor medio 1944 door het verzet bonkaarten geregeld moesten worden was ca. 6000. Dit is exclusief het aantal onderduikers dat dankzij familie of anderen buiten bonkaarten kon of deze buiten het verzet om wist te bemachtigen.

Verklaringen

TD, LO en LKP

De landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers en de landelijke knokploegen hebben veel voor het verzet gedaan.

TD = Technische Dienst

Deze bestond vooral uit ambtenaren die door hun functie bescheiden konden bemachtigen en benutten voor Joden, onderduikers, piloten en bemanning van neergeschoten vliegtuigen en koeriers van het verzet.

LO = Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers

Mevrouw Kuipers-Rietberg ('Tante Riek'), als bestuurslid van de Bond van Gereformeerde Vrouwenverenigingen had ze een groot netwerk van contacten. Bij het helpen van onderduikers gaat helpen merkte ze dat een grote organisatie nuttig en nodig is.Ze richt samen met dominee Slomp eind 1942 de LO op. Veel bestaande verzetsgroepen sluiten zich aan bij de LO, waardoor LO heel belangrijk werd en veel onderduikers hielp.

LKP = Landelijke Knokploegen

Om de onderduikers te helpen heeft de LO veel extra bonkaarten nodig. Die extra bonkaarten verkreeg je bijvoorbeeld door overvallen te plegen. daarvoor heb je mensen nodig die het durven en die wapens hebben. Dit heet een 'knokploeg'.Er waren losse-en vaste knokploegen, maar in het begin was het nog niet goed georganiseerd. Geleidelijk is er een structuur gekomen in de vorm van een in het landelijk netwerk van knokploegen. Dit wordt de LKP (augustus 1943).

De knokploegen doen aan verzet met gebruik van geweld. Ze plegen gewapende overvallen, waarbij ze distributiebonnen en blanco persoonsbewijzen buitmaken. Soms schieten ze gevaarlijke mensen (zoals verraders of hoge nazi's) dood. Ze blazen spoorrails op om het vervoer van Duitse soldaten en wapens dwars te zitten. Ze vernielen bevolkingsregisters van de gemeente.Het was gebruikelijk om de LO en de LKP te scheiden om risico's en vergeldingsacties te voorkomen.

Haarendael

Vanaf rijksweg N65 is een grote poort zichtbaar. De lange oprijlaan met aan weerszijden metershoge bomen leidt naar Haarendael. Vroeger was dit statige gebouw een seminarie, inmiddels hebben hier mensen met een beperking hun onderkomen. In de Tweede Wereldoorlog werd Haarendael gebruikt voor heel andere doeleinden en was het een gevangenis waar ook gijzelaars zaten. De herinnering daaraan leeft voort dankzij een groep vrijwilligers van de Gedenkplaats Haaren.

Haarendael werd in 1839 in gebruik genomen als grootseminarie voor het bisdom ’s-Hertogenbosch. Een groot aantal priesters volgde hier een opleiding. Ook de bekende priester Peerke Donders was als student verbonden aan Haarendael. In 1941 werd Haarendael door de Duitse bezetters ingericht als kamp. De Polizeigefängenis und Untersuchungs Gefängenis Haaren werd voornamelijk gebruikt als gevangenis voor verzetsmensen, ontsnapte gevangen en onderduikers. Ook werden jonge vrouwen opgepakt die baby’s naar het zuiden probeerden te smokkelen.

Tussen juli 1942 en begin 1943 zaten 1.100 gijzelaars in het kamp. De bezetters hadden hen gevangengenomen om de Nederlandse bevolking af te schrikken en dachten hiermee het verzet in te kunnen dammen. Als gijzelaars werd gekozen voor een aantal bekende Nederlanders waaronder de latere minister-president Jan de Quay, schrijver Jan Campert, componist Hendrik Andriessen, pianist Willem Andriessen, cabaretier Lou Bandy en president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen Jan Goudriaan. Ook Jan Lubbers, vader van de latere minister-president Ruud Lubbers, en Frits Philips maakten deel uit van de groep gijzelaars.

Eind augustus 2019 wordt het complex deeld soor brandt verwoest.

Kamp Vught

Concentratiekamp Vught werd op 13 januari 1943 opgericht en heette toen officieel Konzantrationslager-KL Herzogenbosch (concentratiekamp ‘s Hertogenbosch). Het was het enige SS-concentratiekamp in Nederland.

Het voormalige Konzentrationslager Herzogenbusch kent een aantal periodes:

  • het concentratiekamp (1943-1944),

Het concentratiekamp was verdeeld in twee delen. Het eerste deel was het Juden Durchgangslager. Hier werden Joden gevangen gehouden voordat ze werden gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar vernietigingskampen in Auschwitz-Birkenau of Sobibor, beiden in Polen.

Het tweede deel was bestemd voor Schutzhaftlager (veiligheidskamp). Hier werden Nederlandse en Belgische politieke gevangenen opgesloten.

De gevangenen moesten zes en een halve dag werken. Het bedrijf Philips maakte gebruik van deze arbeiders en had er een werkplaats. Het werken bij Philips had grote voordelen voor de gevangenen. Zij werden gedurende die tijd niet op transport gezet en ze kregen relatief goed te eten.

  • Het opvangkamp voor Duitse burgerevacués uit het grensgebied (1944-1945)
  • het interneringskamp voor NSB’ers, al dan niet ten onrechte van collaboratie verdachte Nederlanders en Rijksduitsers (1944-1949).
  • sinds 1951 is een deel van het kamp in gebruik als woonoord ‘Lunetten’ voor Molukse ex-KNIL-militairen en hun gezinnen.
  • Nationaal Monument Kamp Vught sinds 1990. In 2002 is een tentoonstellingsgebouw toegevoegd en welke 2019 flink is aangepast. Het monument bevindt zich op de noordoostpunt van het voormalige kampterrein.

Barak 1B is de laatst overgebleven barak van het voormalige Konzentrationslager Herzogenbusch: uniek oorlogserfgoed en plaats van herinnering. Barak 1B is de plek bij uitstek, waar Nationaal Monument Kamp Vught de gelaagde geschiedenis van deze historisch zo beladen plaats kan tonen.

De fusilladeplaats ligt op loopafstand van dit Nationaal Monument Kamp Vught, op de voormalige schietbaan van het Nederlandse leger. Op het gedenkteken dat op deze plek is opgericht staan de namen van 329 mannen die hier zijn geëxecuteerd.
In juni 1944 wordt de eerste gevangene in Vught gefusilleerd. Op 16 september worden vanuit de gevangenis in Den Bosch vier mannen naar de fusilladeplaats gebracht en terechtgesteld; zij zijn de laatste slachtoffers.

Massale executies vinden plaats in augustus en september 1944, onder druk van het oprukken van de geallieerden.

Op grond van het op 30 juli 1944 door Hitler uitgesproken Niedermachungsbefehl komt alle rechtspraak tegen ‘saboteurs’ te vervallen en kunnen zij zonder enige vorm van rechtspraak ter dood worden gebracht.

De meeste ter door veroordeelde / op doden lijsten geplaatste gevangenen verblijven een dag in de bunkergevangenis van het concentratiekamp Vught, voordat de doodstraf wordt uitgevoerd. Het executiepeloton bestaat voor een groot deel uit Nederlandse SS’ers, belast met de buitenbewaking van het kamp. De gevangenen in het kamp kunnen de schoten horen.

Begin 1943 is hier ook een crematorium gebouwd voor slachtoffers van de bezettingsmacht in de gehele regio. Voordat het crematorium in bedrijf werden de mensen begraven en later opgegraven en gecremeerd.
Er waren twee vaste crematieovens en een verplaatsbare oven in het gebouw aanwezig. Tevens was er een sectiekamer in ondergebracht. Het crematorium is onderdeel van het "Nationaal Monument Kamp Vught". In het interieur zijn de crematieovens en de snijtafel in de sectiekamer nog aanwezig.

Na de oorlog is de as die in de diverse kuilen lag verzameld en in twee as putten herbegraven